De Kleijne & Janssen
30-10-2025 | Inkomstenbelasting
Lees meer
De Hoge Raad oordeelt dat zowel gerealiseerd als ongerealiseerd rendement dient te worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijk rendement in box 3. De rechtbank en het hof hadden hier eerder verschillend over geoordeeld, wat uiteindelijk leidde tot cassatie. Een goudbaar speelt een centrale rol in deze zaak. De waardestijging hiervan leidde tot de discussie over de hoogte van het werkelijk rendement in box 3.
In 2018 bezit een vrouw, naast haar bank- en spaartegoeden, ook een goudbaar die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt. Tijdens de procedure wordt vastgesteld dat de goudbaar dat jaar een ongerealiseerde waardestijging van € 701 heeft doorgemaakt. De rechtbank telt deze ongerealiseerde waardestijging van de goudbaar mee als onderdeel van het werkelijk rendement. Het gerechtshof oordeelt later anders en stelt vast dat een ongerealiseerde waardevermeerdering niet meegenomen mag worden in het belastbare inkomen, omdat hier geen daadwerkelijk genoten rendement aan ten grondslag ligt. De Hoge Raad komt uiteindelijk tot het oordeel dat de uitleg van het hof te beperkt is. Volgens de Hoge Raad moet ook een ongerealiseerde waardeverandering, zoals de toegenomen waarde van de goudbaar, worden gerekend tot het werkelijk behaalde rendement.
Belastingplan
Ondernemingswinst
Loonbelasting
Omzetbelasting
Algemeen
Om onze website optimaal te kunnen laten functioneren gebruiken wij technologie, waaronder cookies en apparaat gegevens. Wanneer u ons toestemming geeft voor deze technologie, kunnen wij bepaalde informatie en data ontvangen, waaronder uw gedrag op onze website en uw unieke IP-adres. Geeft u geen toestemming of trekt u de toestemming voor het bewaren van cookies in, dan kan dat invloed hebben op de optimale werking van deze website en bepaalde onderdelen.